Door: Rik Peels
Dit artikel is gepubliceerd op geloofenwetenschap.nl, een initiatief van Forum C
Beeld: via geloofenwetenschap.nl
Deel 1: Wat is het probleem?
God wordt in het christendom niet alleen als volkomen goed gezien, maar ook als iemand die consequent kiest voor het zwakke en kwetsbare, zoals weduwen en wezen. Dit is een rode draad in de Bijbel die uitmondt in de menswording van Christus: zijn geboorte in een voerbak, zijn leven onder de mensen en zijn dood aan een kruis. Het evolutionaire proces dat biologen ontdekt hebben en dat al vanaf het begin de ontwikkeling van het leven op aarde bepaalt is echter een kwestie van willekeurige mutatie en natuurlijke selectie: het sterke in de zin van de best aangepaste overleeft. Waarom heeft een God die consequent voor het zwakke kiest zo’n proces in werking gezet? Of misschien moeten we zeggen: waarom laat God zo’n proces toe? Staat dit niet haaks op wie God is?
Wat het probleem niet is
Er zijn allerlei vragen te stellen over hoe evolutie zich verhoudt tot Gods karakter die we moeten onderscheiden van het probleem dat ik in dit opiniestuk bespreek. Als evolutie plaatsvindt door willekeurige mutatie en natuurlijke selectie, hoe kan God dan voorzienig zijn? Met andere woorden: hoe kan God dan voorkennis hebben van wat er zal gebeuren en wat mensen zullen doen, en hoe kan God op basis daarvan besluiten waarin hij zal voorzien? Dit probleem is uitgebreid besproken door Arthur Peacocke, John Haught en Alvin Plantinga.
Een ander probleem is of een evolutionair proces waarschijnlijker is gegeven naturalisme dan gegeven theïsme. Paul Draper en Daniel Howard-Snyder zijn hierover uitvoerig in discussie gegaan.
En ten slotte is er natuurlijk ook nog het beruchte probleem van het kwaad, in dit geval toegespitst op lijden dat te maken heeft met het evolutionaire proces: hoe kan een volkomen goede God een proces gebruiken of toelaten waarin eindeloos veel lijden plaatsvindt? Darwin schreef daar in zijn brieven aan Asa Gray al over. Recentelijk hebben Trent Dougherty en Nicholas Southgate dit probleem in detail geanalyseerd.
Wat het probleem wel is
De vraag die ik hier wil stellen is of er een conflict is tussen Gods karakter, zoals dat in de Bijbel geschetst wordt, en het evolutionaire proces. Meer specifiek: God is zelf-gevende liefde die bereid is om te dienen, die consequent voor het kwetsbare en het zwakke kiest, zoals weduwen en wezen, en die van ons vraagt hetzelfde te doen. In het evolutionaire proces overleeft de sterkste in de zin van de best aangepaste; het zwakke en kwetsbare wordt vaak genadeloos weggeselecteerd.
God echter kiest juist voor het kleine en kwetsbare. Hij heeft een voorkeur voor het offer van Abel (‘nietigheid’) boven dat van Kaïn, God komt op voor een onderdrukt slavenvolk tegenover het machtige Egypte, hij kiest het kleine Israël, hij roept David (de jongste zoon), hij wordt zelf mens, Jezus wordt geboren niet in Jeruzalem of Rome maar in het dorpje Bethlehem, God sterft aan het kruis een smadelijke dood. Laat me daarom naar deze God verwijzen als ‘de God van het kruis’.
Twee overwegingen laten zien hoe dit probleem anders is dan het probleem van het kwaad. Ten eerste: je kunt je een wereld voorstellen waarin sprake is van een evolutionair proces, maar niet van pijn en lijden. Misschien is dit fysisch niet mogelijk, maar het is in ieder geval metafysisch mogelijk: dan worden de best aangepaste exemplaren geselecteerd en de rest krijgt geen of minder nageslacht, maar dit gaat niet gepaard met lijden. Dan is er geen probleem van het kwaad, maar nog wel het probleem waarom de God van het kruis een evolutionair proces gebruikt of toelaat waarin de best aangepasten overleven.
Ten tweede: dit probleem is vooral een probleem in verband met Gods karakter in de joods-christelijke traditie. In de islam wordt ook beleden dat Allah volkomen goed is en is er dus net zo goed een probleem van het kwaad, maar is er veel minder sprake van een God die consequent voor het zwakke en kwetsbare kiest (de oproep om aalmoezen aan armen te geven is op zich niet een consequente keuze voor het zwakke en kwetsbare). Dietrich Bonhoeffer schrijft zelfs ergens: ‘Christus helpt ons niet door zijn almacht, maar door zijn zwakheid en lijden. Dit is het cruciale verschil met alle andere religies.’
Waarom dit belangrijk is
Als ik het goed heb, heeft dit probleem in de literatuur weinig aandacht gekregen. Toch is de vraag hoe het karakter van de God van het kruis zich verhoudt tot evolutie volgens mij om ten minste twee redenen belangrijk. Ten eerste worden christenen opgeroepen God, de Heer, lief te hebben met heel hun hart, ziel en verstand (bijv. in Luk. 10:27). Dit houdt naar mijn mening in dat je, in ieder geval als filosoof of theoloog, doordenkt hoe wat je gelooft zich verhoudt tot wat we op basis van empirische wetenschap denken te weten. Als christen en filosoof zie ik dit in ieder geval voor mijzelf als een invulling van deze oproep. Ten tweede is het belangrijk in allerlei debatten: creationisten willen het nog wel eens aanwenden als argument tegen evolutie, terwijl atheïsten het soms gebruiken als argument tegen het bestaan van God. Het is de taak van een christen zich te bezinnen op een antwoord.
Een paar kwalificaties
Dit is een belangrijk probleem, maar we moeten het niet groter maken dan nodig is. Het evolutionaire proces selecteert niet altijd de sterke; juist de kleinere exemplaren kunnen soms beter overleven. Ook heeft het ene fenotype meer kans dan het andere als het meer levensvatbaar nageslacht heeft, zelfs als er geen sprake is van directe competitie. En natuurlijk is juist samenwerken en zorgdragen vaak voordelig om te overleven, en misschien geldt dit zelfs voor bepaalde gevallen van altruïsme, zoals Frans de Waal heeft betoogd. Dit nuanceert het probleem, maar lost het niet op. Evolutie kan samenwerken op groepsniveau aanmoedigen, maar de God van het kruis vraagt van de mens de vreemdeling lief te hebben. En evolutionair maken de best aangepasten en sterken nog altijd meer kans dan de zieken, zwakken een eenzamen. Het probleem is met deze kwalificaties dus genuanceerd, maar niet opgelost.
Het vervolg
In deel 2 van dit opiniestuk evalueer ik enkele reacties die mensen op dit probleem hebben gegeven of zouden kunnen geven die mij niet overtuigen. In deel 3 kom ik met een eigen oplossing.